Het is nu vrijdagmiddag 16:00 uur. 7 januari ’11. En ik ga proosten. Was een oude goede gewoonte toen ik nog werkte. De week werd altijd afgesloten met een proost. Een drankje en dan weekend vieren met je familie en vrienden. Eigenlijk al weer een tijdje geleden dat ik dat deed, maar vandaag moet het.
Waarom? Omdat die proost nooit meer zo zal zijn als vroeger. Vroeger? Word ik nu oud? Nu, dan maar oud maar er zijn zaken in het verleden die je nooit meer vergeet al word je nog zo oud. Dat borreltje of biertje of borreltje met een biertje betekende veel meer dan zo maar een drankje.
Met een vaste groep vierden we het einde van de week. Hebben we vele jaren gedaan. Vandaag deden we dat bijna weer. De vaste groep was weer aanwezig, dus had het moeten kunnen, wilde het niet dat één van de aanwezigen aanleiding was voor het samenzijn. Tom Jan van der Meer. Tom Jan was er niet echt meer. We gingen hem herdenken en daarna naar zijn laatste rustplaats brengen. Had hem en zijn gezin in december nog een kaartje gestuurd met de beste wensen en veel gezondheid. Zijn gelukkig Nieuwjaar duurde slechts een uurtje. Op 1 januari ’11 rond 01:00 uur overleed hij.
Tom Jan was een markante figuur. Een grote kerel die toch maar met moeite zijn kleine hartje kon verbergen. Een enorm harde werker, maar net als dat kleine hartje wist hij ook dat wel eens te verbergen. Hij hield van het leven en vooral het goede gedeelte daarvan. Was een echte levensgenieter en niet te beroerd om anderen mee te laten genieten. Zo was hij.
We hebben wat af gelachen. Dat was ook wat hij het liefst deed. Lachen, plezier maken en genieten, maar nooit zonder belangrijke zaken uit het oog te verliezen. Tom Jan was een perfectionist en als hij iets deed was alleen het allerbeste goed genoeg. Met minder nam hij geen genoegen.
In die dingen was hij streng voor zichzelf. Hij maakte in zijn werk ook nooit een fout. Als er in zijn reken- of schrijfwerk iets niet helemaal goed was? Slip van de pen! Versprak hij zich? Slip of the tonque.
Waren de enige slippertjes die hij zich veroorloofde. Hij was een echte familieman. Was gek op vrouw en kinderen en ging voor hen door het vuur.
Als hij s’morgens op het werk kwam was het altijd eerst koffie en bijkletsen, behalve op woensdag. Dan moest hij alleen maar koffie. De woensdagmorgen was voor hem altijd de morning after de night before.
Dinsdagavond was namelijk zijn muziekavond. Dan ging hij naar Rozenburg om bij Harmonie UDI zijn potje mee te blazen tijdens de repetities. Helemaal bezeten was hij van dat korps. Begonnen als vaandeldrager werd hij vrij snel koperblazer en bij een grote vent hoort een groot instrument. Het grote koper heet dat. De grote hoorn en de bas. Dat waren zijn favorieten. En de pauzes natuurlijk. De pauze was borreltijd, net als het napraten na de repetities. Ook borreltijd. Nee, de woensdagmorgen was niet zijn morgen.
Dat wisten we natuurlijk en lieten hem gewoon even bijkomen. Duurde nooit zo lang.
Tom Jan was ook zeker een man van normen en waarden. Was serieus geïnteresseerd in mensen en de mens achter de mens. Behandelde iedereen zoals hijzelf behandeld wilde worden. Met fatsoen en respect. Zette nooit een grote mond op en pikte dat zelf ook niet van iemand anders.
Ik kan me overigens niet herinneren dat iemand hem een grote mond zou geven. Deed je gewoon niet bij hem. Ooit had ik woorden die nogal hoog opliepen met een andere collega. Onze keetverzorgster toen, mevrouw Ladage, liep naar Tom Jan die ergens anders was en vroeg hem in te grijpen. “Ben niet gek, laten ze elkaar maar afmaken, als het nodig is ruimen we de rommel wel op” gaf hij als antwoord. Zo was hij. Mensen hoorden geen ruzie te maken! Doen ze het toch? Lossen ze het zelf ook maar op.
Achtenvijftig is hij geworden. Een leeftijd waarop je normaal genomen nog een heel leven voor je hebt. Annelies, Evelien en Joris, jullie zijn man en vader verloren, maar zullen hem nooit echt kwijt zijn. Jullie is iets gegeven waar veel mensen, waaronder ik, jaloers op zijn. Het geloof. Het geloof in een ware God. Die God heeft jullie in een diep treuren achter gelaten.
Volgens alle vertellingen kent God alle mensen, ook zij die niet geloven en hij houdt van iedereen. Nou, van sommige houdt hij meer. Als hij het allemaal niet meer aan kan? Wanneer hij hulp nodig heeft?
Jullie Tom Jan was beschikbaar. Was zeer capabel, geloofde in een betere wereld voor iedereen en was een perfectionist. God had een rechterhand nodig……
Proost,
T©n van Dongen
