Onderjurken,
25 januari 2011

Mijn schoonmoeder draagt onderjurken. Normaal genomen niets fout aan natuurlijk, maar zij draagt ze formaat marinier in de beste jaren van zijn leven. Paste er met volle uitrusting in samen met zijn buddy. Maatje XXL++++++. Fout? Tuurlijk niet. Kan het fout? Tuurlijk wel! En wanneer gaat het dan fout? Dat gebeurt als ze door die groepstenten heen is en geen schone meer heeft. Normaal heb ik daar natuurlijk geen weet van, maar dat is nu even wat anders.

Mijn schoonmoeder, niet helemaal toevallig de moeder van mijn vrouw is negentig jaar, twee maanden en vijfentwintig dagen oud. Dat was dus vandaag. Morgen zal ze weer wat ouder zijn. Denk ik. Ga ik allemaal niet bijhouden. Word ik te oud voor.
Maar die schoonmoeder van mij wordt een beetje erg hulpbehoevend. Ze kan niet zo goed meer voor zichzelf zorgen. Ze kan niet meer koken, dus, haar eigen eten klaar maken is niet langer mogelijk, drinken pakken, strijken, ramen zemen, naar bed en uit bed komen, zichzelf wassen en het toilet bezoeken gaan ook niet meer. En dus is ze hulpbehoevend. Eigenlijk is ze dat ook wel vind ik. Zelf kan ik gelukkig nog makkelijk naar het toilet en ook met mezelf wassen heb ik weinig moeite. Kan dus gelukkig alles nog wat ik vroeger ook niet deed.

Maar nu kan ze ook bijna niet meer lopen en dan heb je echt een probleem. Huisarts wist het. Ze mankeert niets! Een paar dagen later kwam een deskundige op het gebied van mobiliteit tot een heel andere conclusie: “ze moet naar een verzorgingstehuis”. Binnen twee dagen was dat geregeld. Er was plaats voor haar in De Rozentuin. Een tehuis in voormalig Nieuwenhoorn, tegenwoordig een wijk in Hellevoetsluis. Nu geloof ik alle mooie verhalen niet over verzorgingstehuizen, dus ging eerst kijken om daar kennis te maken.

Verrassende omgeving was het. Uiterst vriendelijke mensen die borg stonden voor een mooie oude dag voor een redelijk op leeftijd zijnde jonge dame.
Viel een beetje tegen toen mijn schoonmoeder, de moeder van mij vrouw dus, er aankwam. Ze was wat groter en zwaarder dan ze gewend waren, en moest geholpen worden. “Oh, maar dat kunnen we niet” zei Aida van Verdi. Haar voornaam weet ik zeker, haar achternaam verstond ik misschien niet helemaal goed?
“Kan ik niet, wil ik niet en doe ik niet! Heb last van mijn rug”. Een rasechte Antilliaan? Geloof ik niets van. Mensje was gewend in een goedkoop hotelletje te werken. Eten, slapen, wat catering? Vond ze zwaar genoeg! Mensen moesten niet zeuren. Was ze niet voor aangenomen!

Mooi, gelukkig was daar een arts die haar goed in de gaten hield, vrij snel kwam die tot de conclusie dat ze daar niet thuis hoorde en in ieder geval goed moest worden gecontroleerd in een ziekenhuis.

Fijn. Het Ruwaard van Putten ziekenhuis wilde dat wel even doen. Deden dat zoals je van een redelijk goed ziekenhuis mag verwachten, een tussendoor APK-tje. Niet meer en niet minder. Hadden voor een paar eenvoudige controles ruim zes uur nodig en wisten het daarna wel. Mevrouw moest worden opgenomen en daarna naar een verpleegtehuis. Maar? In het Ruwaard hadden ze helaas geen plaats!? En het was er die dag al zo druk geweest dat ook binnen de regio geen plaats meer was. Maar ze kon naar het Bronovo. Is gelukkig niet zo ver naar Den Haag, maar je wordt er niet blij van.
Uit betrouwbare bron heb ik inmiddels vernomen dat er plaats genoeg was, maar het was geen patiënt waar een dokter geld aan kon verdienen, dus wegwezen!

In het Bronovo werd ze goed opgevangen. Op de Koninklijke afdeling Wilhelmina werd ze gastvrij ontvangen. Op kamer 174 werd ze welkom geheten door een lief dametje dat zo dement was als een zeer slecht onderhouden draaideur en zo kwam alles nog goed, geloof ik? De dienstdoende arts kwam nog langs en deed een routinecontrole, hebben nog even met haar gesproken en gingen toen maar naar huis.

Een lange dag. Om 10:00 uur weg en 22:45 uur weer thuis? Had zelfs geen trek meer in eten!
Vandaag weer aan de slag. Kamer leeg halen in Hellevoetsluis, en naar Bronovo. Tv en telefoon geregeld en oma kon gaan “genieten”. Maar, de moeder van mijn vrouw, mijn schoonmoeder dus was door haar onderjurken heen. Mijn vrouw, de dochter van mijn schoonmoeder dus, redelijk, zoals het in haar familie betaamt, in paniek. Heb de jammerklachten maar niet aangehoord en beloofde nieuwe onderjurken te gaan kopen.

Mooi, doe ik ECHT HELEMAAL NOOIT MEER! Moesten onderjurken zijn van Zeeman. Vind ik wel dacht ik. Blijkt Zeeman niet in mijn TomTommetje te staan. Zocht dus maar een winkelcentrum in de hoop wat zeelui tegen te komen. Helaas, in Den Haag is niets wat het lijkt en zit niets op de plek waar je het mag verwachten. Na een uur was ik het zat en zette koers richting Ypenburg. Daar wist ik Zeeman te zitten.

Loop ik vier keer de zaak door op zoek naar onderjurken en kan ze natuurlijk niet vinden. Besluit een verkoopster aan te spreken en vraag haar of ze onderjurken verkopen. Kijkt dat mens me toch raar aan? “Welke maat”? “XXL”, antwoorde ik. Kijkt ze me nog eens goed aan en probeert mijn maat in te schatten, “maar voor wie zijn ze dan”? Wilde eerst zeggen dat mijn figuur waarschijnlijk zou veranderen na mijn operatie, maar besloot toch maar te vertellen dat ze voor mijn schoonmoeder waren.

Moraal, als je een schoonmoeder hebt, koop nooit onderjurken voor haar bij Zeeman,

T©n van Dongen

Dit bericht is geplaatst op 25 januari 2011 om 23:54 in de categorie van Ton.
Je kunt reacties op dit bericht volgen via de RSS 2.0 feed.
Je kunt naar het eind van dit bericht gaan en een reactie schrijven.
Pingen is momenteel niet toegestaan.

1 reactie op “Onderjurken,”

  1. Hans schreef:

    huisadres niet in de TOMTOM, zeeman niet in de TOMTOM. Misschien is een ouderwetse kaart meer iets voor je?

    Leuk geschreven Ton! Ik probeer me in de situatie te verplaatsen met mij/ mijn schoonmoeder in de hoofdrol, maar daar moet ik toch nog even niet aan denken. Gelukkig zullen er in Limburg verzorginshuizen genoeg zijn tegen die tijd, want dan woont er geen hond meer in die provincie.

Schrijf een reactie