Vakantie 2009, van Ton en Riek
Zondag 3 mei ’09. Zo, weer eens weg. Met 150.617 km op de teller zien we wel weer waar die op staat als we thuis komen. Italië is de bedoeling, en die reis gaat dan via Duitsland en Zwitserland. In Duitsland mogen we elke stad in aangezien we in het bezit zijn van een groene milieusticker en dat geeft een lekker gevoel.
De eerste etappe gaat naar een camping in de buurt van Kaiserslautern. Camping Sächmϋhle. Worden op de receptie in het Nederlands door een dame daar netjes ontvangen. Blijkt een vriendin van de familie te zijn. Komt er al veertig jaar op visite en laat zich betalen met onderdak. In haar jongere jaren werkte ze als bloemiste in Zoeterwoude. Moet heel erg lang geleden zijn.
De oude taart begint met praten en weet van geen ophouden. Mijn vrouw moet wel heel veel moeite hebben gedaan haar aan het verstand te brengen dat ze al na twee dagen heimwee heeft.
Merk daar trouwens al snel niets meer van. Ze krijgt het uitstekend naar de zin. Heeft elke vakantie wat opstartprobleempjes. Gaan ‘s avonds in het restaurant eten en het leven is goed. Maandag gaan we naar Kaiserslautern, blijkt een heel gezellige stad te zijn. Wandelen er wat rond, kopen iets te eten en vermaken ons wel bij mooi weer. Rijden daarna nog even naar Saarbrϋcken en vinden er daar niets aan. Terug maar naar de camping en lekker in het zonnetje zitten.
Maandag kookt Riek zelf. Dinsdag gaan we de omgeving bekijken en komen uit in Pirmasens. Blijkt een grauw stadje, maar met één geweldige winkelstraat die je bereikt door een fantastische trappartij af te lopen. Die mocht duidelijk geld kosten. Rijden daarna nog wat rond en op de camping terug besluiten we die avond meer weer uit eten te gaan.
De camping eigenaren zijn die avond zelf hun beste klanten. Wij zijn de enige gasten en zij zitten met zijn zessen hun geld op te maken.
Woensdag trekken we door richting Luzern naar camping Seeland aan de Sempachersee. Als we vertrekken worden we richting Straatsburg gestuurd en zo rijden we Frankrijk binnen om halverwege Straatsburg af te slaan richting Baden-Baden en komen dan uit op de weg naar Basel.
Daar aangekomen hebben we voor het eerst in vele jaren weer te maken met ouderwetse douane controle. Twee man sterk. De één kan lezen en de ander rekenen. Of we alcohol bij ons hebben vraagt de oudste van de twee. “Nee, natuurlijk niet” zeg ik. “ We gaan nooit weg zonder alcohol”. “En sigaretten”? Ik vertel ze dat we niet roken en hij gelooft me op mijn woord. Moeten de combinatie dus aan de kant zetten en de caravan moet van slot. Alle banken en kasten moeten open en de jongste van de twee schijnt met de zaklamp die hij volgens mij voor zijn verjaardag heeft gehad in de kisten terwijl de oudste goed zijn ogen gebruikt. “Wat is dat” vraagt hij als hij het dekbed waar Fredy straks in Rome onder gaat slapen ontdekt? “Een dekbed” vertel ik hem. “Waarvoor we die nodig hebben”? “Om mijn neuten te bedekken” zeg ik hem. “Prima” zegt hij en we mogen doorrijden. Was natuurlijk niet waar. De drank stond gewoon in de auto maar die interesseerde hen niet. Gasten waren zo lomp dat ik weigerde ook maar één woord Duits te spreken. Gewoon Nederlands lullen en dan kom je meestal het verst.
De Zwitserse autobanen zijn geweldig. Mensen mijden die vaak voor de tolvignetten maar dat is dom. Voor de hele combinatie betaalde ik nog geen € 58,00 en dan kun je verder gratis alle dure tunnels en bruggen door en over. Is echt een koopje. In Frankrijk betaal je voor een zelfde traject als Basel naar Como vier maal zoveel en dat voor één keer, terwijl je in Zwitserland een heel jaar lang voor dat geld mag rond rijden. Nee, ik vind het wel goed zo.
Op camping Seeland krijgen we een mooie plaats langs het meer en ik heb daar internet in de caravan. Zo kan ik zien dat Dames I van HVS keurig gepromoveerd is en de Heren van I stellen lijfsbehoud maar het liefst zo lang mogelijk uit door bij Capelle met 4 – 1 te verliezen. Snap daar werkelijk niets van. Ze winnen van koplopers en verspelen punten tegen ploegen die al gedegradeerd waren toen de competitie nog moest beginnen.
Nou ja, het is mooi weer en wij winnen wel. Donderdag bezoeken we Luzern en betreden uiteraard de Kapelbrϋcke die een aantal jaren geleden geheel afbrandde maar weer vakkundig in de oude staat terug is gebracht. Zijn dan ook dicht bij het centrum en wandelen daar door de oude straatjes. Het leven is mooi en ik geniet van elke seconde daarvan.
Die avond eten we weer buiten de deur, maar krijgen daar spijt van. Het was zeker niet slecht, maar drie keer uit eten in vijf dagen is gewoon niet lekker meer. Geef mij maar een doodgewone Hollandse maaltijd en ik eet lekkerder dan in een restaurant. Vrijdag rijden we wat door de kantons Luzern en Aargau en het is daar prachtig. In de middag lopen we naar het plaatsje Sempach. De kortste weg is door de plaatselijke speeltuin die voor MIJN Emma een waar paradijs zou zijn geweest. Het pittoreske plaatsje is zeer de moeite waard, alleen is alles gesloten. Slechts de plaatselijke Chinees en het knuffelbeer museum zijn open, maar om de één of andere reden ben ik daar niet zo gek op.
Zaterdag 9 mei trekken we maar weer door naar een camping voorbij Lugano op 3 km van de Italiaanse grens. De afstand is net iets meer dan tweehonderd kilometer en over een droomweg. De besneeuwde Alpentoppen zijn een plaatje. Als je ze tenminste kunt zien. Van die tweehonderd kilometer is zo’n 50 daarvan tunnel. Alleen de St. Gotthardtunnel is al 17 kilometer.
Al vroeg zijn we op de camping en rijden in de middag nog even naar Lugano. We zijn best wel verbaasd. In de jaren zestig zijn we drie keer in die buurt met vakantie geweest, en van het schitterende beeld dat we van die omgeving hebben onthouden zien we niets meer terug. We herkennen helemaal niets meer en vinden het nu tegenvallen. Blijken herinneringen misschien wel steeds mooier te worden dan de werkelijkheid was.
Zondag rijden we naar Como en passeren opnieuw een grens van een land dat geen lid is van de EU. Zelfde beeld, auto aan de kant en alles controleren. Bij gebrek aan een caravan ditmaal dus de auto. Hadden er al opgerekend en we hadden niets bij ons dat problemen kon geven. Net als in Basel zijn ze in van alles geïnteresseerd, behalve in pasporten. Gekke lui die douaniers. In Como lopen we door het kleine maar gezellige centrum en besluiten daarna nog even naar Milaan te gaan. Doen we nooit meer. Een sombere grauwe stad zonder ook maar enige charme. Gaan nog wel even naar het San Siro om 6 mei 1970 te herbeleven.” Kijk” zeg ik tegen Riekie, “hier was ik toen. Hier was het grote Feijenoord feest”. Moest natuurlijk even wat foto’s maken en filmen, komen er gelijk drie man aan voor parkeergeld? Nu staat geld vragen aan een Hollander gelijk aan de wereld verbeteren wat ook niet zal lukken en ze kregen dus geen stuiver.
Maandag gaan we een rondje (nou ja rondje?) Lago Maggiore doen. Kost wel een hele dag en zijn behoorlijk moe als we weer op de camping aan komen. Besluiten dinsdag een rustdag te houden en woensdag door te gaan naar Florence, de laatste halte voor Rome. Gaan dinsdag nog wel even naar een fantastisch uitzichtpunt vlak bij de camping en zien van heel hoog beneden het meer van Lugano liggen. Een sprookje. Gaan dinsdag toch maar weer buiten de deur eten. Woensdag dus Florence, tenminste in de buurt daar-van.
In San Piero a Sieve ligt de camping. We zijn al eerder in Toscane geweest, maar toch zijn we weer onder de indruk van de fantastisch mooie streek. Van de zes dagen die onze lieve heer nodig had om de aarde te scheppen moet hij er vijf hebben gebruikt om Toscane te maken. Rijden donderdag wat rond, halen wat boodschappen en rusten wat. Vrijdag wordt Florence dag en dat moet je uitgerust doen. Gelukkig is het die dag redelijk bewolkt en valt er af en toe zelfs een spatje regen. Heerlijk weer om een dagje rond te struinen door de smalle straatjes. Langs de Arno vinden we een parkeerplaats en lopen via de Ponte Vecchio het stadje binnen. Bezoeken weer de wereldberoemde Duomo of Dom zoals wij dat noemen. Het is en blijft een schitterend gebouw. Aan de buitenkant tenminste, want de binnenkant is als een uitgebeend schaap. Hartstikke leeg. Niets te zien en daarvoor staat het dan in het hoogseizoen rijen dik om binnen te komen.
Kopen deze keer geen ijsjes. Die van vier jaar geleden kostten toen € 16,00, en Italianen kennende zijn die prijzen alleen maar gestegen. Terug op de camping haal ik een kaartje om te internetten. Voor € 3,00 mag je één uur op het www. Dat is best lang, aangezien de tijd stil staat als je uitlogt. Heren I had weer verloren evenals de Dames van I weer hadden gewonnen. Krijg een berg mailtjes binnen maar het lukt van geen kant een mailtje te versturen. Alles is onbestelbaar. Jammer maar helaas.
Zaterdag bezoeken we Prato, en dat blijkt niet verkeerd. Het is een heel gezellig sfeervol stadje met als belangrijkste gebouw uiteraard weer een Dom. Hebben zo al heel wat Dommen gezien. Trouwens een Italiaan die een motorvoertuig bestuurd is automatisch gekker dan alle Dommen bij elkaar. In het verkeer kennen ze maar één regel, er zijn geen regels. Inhaalverboden, doorgetrokken lijnen, snelheidsbeperkingen, niet voor hen. In de heuvels van Toscane is er zelden meer dan honderd meter weg overzichtelijk tot de volgende bocht, maar voor hen is dat geen enkele belemmering om op dat stukje twee of meer auto’s te passeren. En maar claxonneren. Sturen doen ze waarschijnlijk met de voeten want één hand hangt uit het raam en de andere zit boven de claxon. Nee, borden en doorgetrokken belijning is hier gewoonweg kapitaalvernietiging.
Zondag trekken we door. We plannen Perugia. Ligt zo halverwege Rome. Op de snelweg echter is het zo stil en rustig dat we besluiten toch maar door te rijden naar Bracciano, een plaatsje buiten Rome. Ga er vanuit dat alle idioten een plaatsje onder één van de bomen in een bos hebben gevonden. Vinden daar de Roma Flash camping waar een tante met behoorlijk veel haar op der tanden de baas speelt. Allemachtig, wat kan dat mens te keer gaan. Gaan dicht bij één van de twee toiletgebouwen staan. Hoef je niet zo ver te lopen met afwas of toiletgebruik. Blijkt later het gebouw buiten gebruik te zijn en moeten dus de hele camping over naar het sanitair. Als ik ’s avonds ga douchen, kies ik een douche uit die er goed uitziet, maar, als ik de kraan open draai komt er verrassend weinig water uit de douchekop. Heb ik weer? De enige douchekop met aderverkalking? Vinden de camping toch niet zo geschikt om er lan-gere tijd te verblijven.
Maandag bezoeken we een andere camping die dicht bij het centrum van Rome ligt, Flaminio Village. We hoeven geen andere campings meer te bezoeken. Hier willen we zijn. Een prachtig toiletgebouw waar alle steen marmer is, en zo schoon dat je er nauwelijks je behoefte durft te doen. Van mensen die daar kamperen, horen we dat vanaf 06:00 tot 20:00 er twee dames continue lopen te poetsen. De bus naar Rome stopt voor de camping en het treinstation ligt op driehonderd meter. Iedereen maakt daar gebruik van want met de auto naar Rome is geen optie. Het is vanaf de camping zelf wel een stuk helling op naar de ingang zelf, maar tot onze verbazing komt er een electro wagentje die voor ons stopt en mee laat liften. Ze blijken er twee te hebben, die tussen 08:00 en 12:00 uur, en 16:00 en 20:00 uur voor iedereen rijden.
Heerlijk. Dinsdag rijden we dus maar snel de ca. veertig kilometer naar die camping en nestelen ons daar tussen allemaal heel gezellige mensen. Onze buren kamperen met een mooie luxe camper, die het vrouwtje moet rijden. Het haantje durft het niet aan, “word ik zenuwachtig van” zegt hij. Lul. Hebben we ook nog die twee die schuin tegenover ons staan. Houden alleen de mond als ze samen zijn wat helaas te weinig gebeurt. Zodra ze iemand zien bewegen moeten ze er op af en kletsen dan de oren van je hoofd. Als je tegen hem iets zegt moet je dat minimaal twee keer doen. Noem hem al snel Japie Stereo.
“Ja” vertelt hij, ”ik ben doof, maar als ik mijn gehoorapparaat gebruik word ik gek van de herrie”. Zijn we mooi mee. Binnen tien minuten heb ik zijn hele levensloop aangehoord. Heeft dus niet echt veel meegemaakt. Na twintig minuten heb ik het dus twee maal gehoord. Weet nu alleen niet of zijn huis al vrij was op zijn 34e, 35e, 36e of 37e jaar. Elke keer verandert de leeftijd. Doen een paar dagen rustig aan, zolang we in Italië zijn is het op die dag in Florence na ruim 30° Celsius.
Donderdag gaan we naar Rome. Met de elektrokar naar boven en na driehonderd meter de trein in. Zijn van plan op het stationnetje dagkaartjes te kopen maar dat gaat niet lukken. Alles is daar potdicht en geen uniform te bekennen. Ook in de trein zelf niet. Kopen dus in Rome op het station Flaminio maar twee dagkaartjes. Kosten echt helemaal niets? Voor € 4,00 per persoon reis je een etmaal in alle vormen van openbaar vervoer door en naar de stad. Vanaf het station nemen we de metro en rijden naar het volgende metrostation nabij Piazza di Spagna, oftewel het Spaanse plein met haar beroemde Spaanse trappen. Vinden er geen moer aan. De trappen in Pirmasens waren veel mooier.
Later horen we dat de Spaanse trappen alleen mooi zijn in april, als bloemen in potten langs de trappen in bloei staan. Van het plein wandelen we naar de Trevi fontein. Is makkelijk aan te lopen, al nemen we voor het laatste stuk toch maar de bus. Weten nog niet wat we allemaal nog gaan doen en sparen onze loopspieren dus maar. De Trevi fontein is net als vier jaar geleden prachtig, al valt het me weer op dat die geweldige fontein met zijn prachtige beelden op zo’n kutpleintje staat.
We krijgen honger en zoeken een eettentje op. Valt niet mee in Rome. Alle eettentjes verkopen pizza en pasta en toevallig lust ik het allebei niet. Gelukkig vinden we een hamburgertent van Burger King en eten daar fatsoenlijke Hollandse hamburgers. Na het eten stappen we in de bus naar het Collosseum en het Forum Romanum. Bezoeken het Collosseum en gaan het Forum wel in als het een dag iets minder warm is. Besluiten nog even naar het Vaticaan te gaan. Met bus 492 kom je er dicht bij. Vier jaar geleden hebben we de Sint Pieter van de aller onderste tot de aller bovenste trede beklommen en dat was verschrikkelijk dom. Doen we nooit meer. Deze fout maken we nu niet. Was ook nooit gelukt.
We stappen uit bij de verkeerde halte en staan naar een hoge muur te kijken. Besluiten die muur te volgen en bij de eerste toegang naar binnen te gaan. Vinden dus geen toegang en blijken later rond heel Vaticaanstad te zijn gelopen. De muur was langer dan die van de Chinezen. In een bloedhitte lopen we kilometers lang helling op en af op iets wat een voetpad is maar die naam niet mag hebben. We vinden het plein, maar zijn nog veel vermoeider dan toen met al die treden. Zijn wéér niet slim geweest.
Terug op de camping praten we zelfs niet meer tegen elkaar, zijn we te moe voor. Vrijdag houden we een rustdag. Betekent dat we het gelul van Japie Stereo weer aan moeten horen. En als hij even weg is komt Graatje (zijn vrouw) haar verhaal doen. Ze heet natuurlijk geen Graatje, maar een betere naam is er niet voor haar. Je kunt dwars door haar heen kijken zo dun is ze. Graat woog 45 kilo toen ze trouwde en nu is ze opgeklommen naar 47, 48 of 49 kilo. Aangezien ze niet de kleinste is, is dat dus wel erg weinig. Maar het is een heel lief vrouwtje. Vooral als ze even haar mond dicht houdt.
Net als haar man vertelt ze niet elke dag hetzelfde. Hun oudste (of jongste) dochter woont in Rovenna en is met een Italiaan getrouwd, en hun jongste (of oudste) dochter woont in Limburg. Zelf wonen ze in de Watergraafsmeer, en zijn vader was bouwkundig hoofdopzichter. Ze hebben geld want “ we hebben twee keer georven” vertelde Japie.
Op zaterdag besluiten we het nog een dag kalm aan te doen en lekker naar het zwembad te gaan. Moeten we daar een badmuts op als we willen zwemmen. Voor € 2,00 kun je die daar aan de bar kopen. Zelfs mijn vrouw moet een badmuts kopen. Idioten. Ze is nota bene met een badmuts geboren. Ze gaat nooit zonder haar muts in bad? Oké, kopen we nog maar tweede. Best vreemd zwemmen met een condoom op je hoofd.
Zondag weer naar Rome, gaan beginnen bij het Pantheon. Wandelen vandaar naar het Piazza Navona, zien onderweg nog een winkeltje waar heel erg veel houten speelgoed en prullaria wordt verkocht, en kopen een naambordje voor “MIJN EMMA”, en daarna naar de Mac voor een hamburger. Valt tegen. Burger King was beter, en ze verstonden zelfs Engels. Daarna bezoeken we het Capitool nabij het Piazza Venezia. Schitterende bouwwerken, maar van al dat lopen worden we zo moe dat we in de eerste de beste bus stappen en ons laten rijden naar een plek waar we niet willen zijn, maar we rusten wel weer wat uit. Besluiten maar naar de camping te gaan.
Maandag zijn we halfdood en doen alleen maar aan eten en drinken. Op dinsdag 26 mei zien we een betere plaats vlak bij met veel meer schaduw en besluiten te verplaatsen. Met de mover is dat zo gebeurt. We hebben al zes dagen een temperatuur tussen de 36 en 38 graden en dat wordt ons teveel. Dus, de mover aangezet en de caravan begint in de rondte te rijden. Maar, slechts één aandrijfrol werkt en dat maar heel even want dan geeft ook die er de brui aan. Wordt dus duwen, maar gelukkig krijgen we daar hulp bij. Een mooie grote caravan is fijn tot je hem moet gaan duwen, dan is het gewoon een zwaar kreng.
In de middag loopt de camping vol met Spanjaarden en Engelsen. Hebben dan pas weer in de gaten dat de Champions League finale in Rome wordt gespeeld. Veel verhalen over supportersrellen, maar deze groepen gaan perfect met elkaar om.
Woensdag controleer ik alles van de mover maar kan geen storing vinden. Besluit maar het verhaal op de Hyves van Fredy te zetten aangezien ik wel mail binnen krijg maar niet kan versturen. Alles is onbestelbaar, en sms haar om te vragen het te lezen en contact op te nemen met het caravanbedrijf waar we het kreng in onderhoud hebben. Die bellen direct op en vragen van alles en nog wat. Of de accu nog wel goed is? Dat had ik uiteraard al gecontroleerd bij een garage, en ook de batterijen van de afstandsbediening waren nog in goede staat. Kon er nog maar één oplossing zijn, de aandrijfrollen moesten doorgemeten worden of er spanning op stond. Doe ik donderdag, en? Nee dus. Gelukkig was het hen toen duidelijk, een relais kastje moest worden vervangen. Hadden ze in voorraad dus wilden ze het wel opsturen. Gelukkig hoefde dat niet aangezien dochter Fredy vanaf 1 juni een weekje komt logeren. Fredy ingelicht en die gaat het straks ophalen en stopt het gelijk in haar koffer.
Gaat allemaal goed komen, hoop ik.? Hebben nu wel rust aangezien Japie en Graatje woensdag vertrokken zijn naar hun oudste (of jongste) dochter. Ze waren wel zo vriendelijk om ook de temperatuur mee te nemen. Het is nog maar 27°. Vanaf nu doen we een paar dagen weinig en wachten op Fredy. Ook bij temperaturen net onder de dertig graden moet je veel blijven drinken. Heel veel water gaat er doorheen en op een gegeven ogenblik word ik dat water toch wel zat. Moet de keus gaan maken. Wil ik een waterhoofd of een bierbuik? Besluit maar voor de bierbuik te gaan. Van al dat drinken moet je toch ook wel vaak naar het toilet maar dat is geen straf. In het schitterende gebouw wordt ook nog eens prachtige klassieke muziek via de radio afgespeeld. Vind die muziek wel mooi, maar krijg er zo’n slaap van.
Om wakker te blijven ga ik maar tegeltjes tellen. De muren zijn betegeld met bruin/rode tegelmatjes van 30 x 30 cm met daarop 12 x 12 is 144 stuks tegeltjes. In totaal kom ik uit op 15.036 tegeltjes. Als je dat deelt door 144 kom je uit op 104,4166667 matjes en als je die vermenigvuldigd met 0,30 x 0,30 cm krijg je 9,397500003 m2 tegels.
Zondag 31 mei is de Giro finale in Rome en we krijgen op de camping nu wielerfans. Die dag gaan we met de auto naar Rome en bezoeken het park op de heuvel Aventino waar Nathalie door haar Pieter ten huwelijk werd gevraagd, en bewonderen het uitzicht. Ze moeten daar wel heel erg gelukkig zijn geweest. Dan wordt het eindelijk maandag en kunnen we Fredy afhalen van vliegveld Leonardo da Vinci in Fiumencino. Komt er weer wat leven in de brouwerij, en het onderdeel voor de mover.
Maandag is Fredy te moe en heeft teveel slaap om veel te doen. Had de afgelopen nacht maar één uur geslapen. Kwam die morgen om 09.10 uur aan en dan moet je toch erg vroeg je bed uit als je twee uur voor de vlucht op het vliegveld moet zijn en het is ruim twee uur vliegen naar Rome.
Dinsdag naar Rome. Gaan weer naar Piazza Spagna en wandelen langs een kortere weg naar de Trevi fontein. Toen even wat gegeten bij de Mac en vandaar met bus 64 naar het Vaticaan. Vergeten natuurlijk bij de juiste halte uit te stappen, maar blijven maar zitten aangezien het eindpunt slechts twee haltes verder is, en vandaar weer terug kunnen. Stappen nu wel goed uit en lopen de Sint Pieter binnen. Gaat natuurlijk niet zo maar! Je wordt zwaar gecontroleerd. Tassen moeten door een scanner en als je iets in je kleren hebt waardoor het alarm afgaat, moet dat ook uit. Loop dus zo’n beetje in mijn onderbroek door de scanner. Mijn vrouw en dochter kunnen natuurlijk zo doorlopen want het is hen verboden ook maar iets uit te trekken. Ik ben het daar natuurlijk helemaal niet mee eens.
We bewonderen de Basiliek en gaan daarna naar boven. Die trap heb ik vier jaar geleden afgezworen, gaan dus met de lift en ik blijf daar ook. De vrouwen gaan wel de koepel beklimmen en dat doen ze ruim binnen een half uur. Knap, zeer knap. Binnen een half uur de koepel beklimmen, uitgebreid rondkijken en dan weer naar beneden is een hele prestatie. Ik heb trouwens die dag geen kind meer aan hen. Terug op de camping is iedereen moe en we gaan uit eten. Valt een beetje veel tegen. Op zich is iets meer dan € 75,00 niet veel als je met drie personen eet en drinkt, maar het is niet om te vreten! Maffia slaat ook hier toe.
Woensdag het mover onderdeel vervangen en het resultaat is fantastisch. Het kreng doet net zoveel als voor al het werk dat ik er aan had. Niets dus. Vind nog een kastje met twee zekeringen die erg groot zijn en kijk ze na. Zie er niets aan, maar besluit ze toch maar te vervangen. Heb ze niet bij me maar op het bureau van de camping wijzen ze me de weg naar een caravanbedrijf. Was maar twintig km rijden zeiden ze. Blijkt veertig te zijn en moet dus tachtig km rijden voor twee zekeringen. Krijg ik gratis van heel aardige mensen daar, en weer terug gekomen op de camping blijken ze niet te passen. Ben ik een halve dag kwijt en heb nog steeds geen mover.
Moet dus maar. Laat mijn vakantie niet verpesten door wat ongemak en aangezien ik niemand heb die ik de schuld kan geven ga ik maar weer genieten. Donderdag 4 juni is een rustdag en de vrijdag gaan we weer naar Rome. Nu met de bus die vlak naast de camping stopt. Is geen succes. Waar de trein er vijftien minuten over doet zit je ruim een uur in de bus. Bloedwarm en je komt door wijken waar niemand wilt wonen.
In Rome zijn de ramen van tenminste de onderste drie etages allemaal voorzien van tralies. Lijkt me geen veilige stad. Wel mooi, maar na heel veel moois slaat de vermoeidheid toe. Gaan toch ook nog wel via het Collosseum het Palentijn beklimmen dwars door het Forum Romanum, en de Piazza Venezia, maar stoppen dan even met Rome. Doodmoe worden we. Terug op de camping praten we zelfs niet meer en met twee vrouwen in de buurt is dat een klein wonder.
Halen ze zaterdag helemaal in. Gaan die dag naar Tivoli, een plaatsje op zo’n veertig kilometer vanaf de camping. Willen daar villa d‘Este bekijken. Een oud en redelijk vervallen paleis met een schitterende tuin vol fonteinen. Honderden, en de ene nog mooier dan de andere. Het verhaal gaat dat het gebouwd werd voor een kardinaal, die toen het gereed was de rekening niet kon betalen. Heeft daarom maar een deel van zijn kerkbezit verkocht.
In een tijd waarin de bevolking straatarm was, had de geestelijkheid dus wel geld. Stinkend rijk waren ze door de bijdragen van arme donders.
Er is ’s avonds voetbal op tv en de dames zijn eindelijk stil. Nederland wint van IJsland en plaatst zich voor het WK. Gaan zondag maar weer naar Rome en nemen dan de sightseeing bus. Lekker open en de brandende zon op je hoofd. Blijk je alleen een kaartje voor twee dagen te kunnen kopen. Moet dus maar. Je krijgt toeristische informatie in alle talen van de wereld, via ingeplugde oordopjes, behalve in het Nederlands. Besluit dus maar in het Japans te luisteren. Als er even geen info is krijg je klassieke muziek te horen en moet ik meteen naar het toilet. Is natuurlijk niet aan boord, dus ga ik de passagiers maar tellen.
Halverwege stop ik, want die Duitser is zo lelijk. De open toerbus komt ook langs het Aventino en met Fredy lopen we nogmaals naar boven en kijken door het sleutelgat van een deur naast de Santa Sabina kerk die zwaar bewaakt wordt door vijf militairen met het geweer in de aanslag. Moet wel, is het enige ronde sleutelgat in de wereld. Goud waard dus. Moesten we doen van Nathalie, doen het dus ook. Schitterend wat we zagen maar dat ga ik niet verklappen. Als iemand dat wil weten gaat die zelf maar gluren.
Wandelen daarna naar de Bocca della Verità. In het Nederlands “de mond van de waarheid”. Het verhaal gaat dat als een leugenaar een hand in de mond van het monster stak je die hand zou kwijtraken. In werkelijkheid is het de afbeelding van een deksel van een rioolput. Aangezien ik nooit lieg, maar wel zo mijn eigen manier van vertellen heb hoef ik dus geen angst te hebben.
Daarna stappen we op de bus naar de Mac. Die zal wel een smak geld hebben betaald om die bus precies voor zijn deur als halte te gebruiken. Na gegeten en gedronken te hebben besluiten we maar naar de camping te gaan. We zien af van de tweede dag in de open bus en geven de kaartjes aan andere Nederlanders. Die zijn blij verrast aangezien ze de volgende dag die toer wilden doen. Ze willen er voor betalen maar dat willen we niet. Als je iets aanbiedt moet dat gratis. Als ze erom vragen is het wat anders. Uiteindelijk moet ik een biertje aannemen en dat is niet zo’n straf. Daarna help ik een Duitser die zijn foto’s niet op zijn laptop kreeg. Van ellende had hij al een extra geheugenkaartje gekocht. Binnen twee minuten is het karweitje geklaard en had ik weer een biertje verdiend. Waren heel aardige mensen en ik had hen er een groot plezier mee gedaan. Hij vond zichzelf te oud om nog veel dingen te leren. Toen ik zijn leeftijd vroeg bleek ik drie jaar ouder. Het gezegde dat iemand nooit te oud is om te leren gaat niet voor iedere Duitser op.
Maandag is bedoeld voor boodschappen en het zwembad. De boodschappen gaat lukken aangezien het moet, maar het zwemmen laten we gaan. Zijn er gewoonweg te moe voor en aangezien we Fredy dinsdag al om half zeven naar het vliegveld moeten brengen en dus vroeg uit bed moeten, wordt het rust houden. Fredy wordt nog door een Italiaan die op de camping werkt gevraagd om in de avond iets te komen drinken, maar slaat dat resoluut af. Fredy heeft haar hele leven maar zelden iets gedronken dat sterker is dan water en heeft geen Italiaan nodig. Zetten op twee telefoontjes de wekker, maar Riek, die zich gemakkelijk verslaapt, is al wakker voor die afgaan.
We ontbijten en drinken koffie voor we naar het vliegveld gaan. Wisten niet hoe de spitsuren waren en willen niet te laat zijn. Zijn we dus niet. Veel te vroeg komen we op Fiumencino en Fredy heeft genoeg tijd om daar nog wat te eten en drinken. Terug naar de camping is het wel spitsuur. Maar, uiteindelijk rijden we om 08:30 met de caravan achter de auto weg richting Pisa. Gaan naar een ACSI camping. Daar aangekomen krijgen we direct een geel armbandje om. “Dan weten we dat u hier thuis hoort en kunt u per dag twee douchemunten ophalen en mag u ook gratis in het zwembad”. Die munten gingen prima maar het zwembad hebben we nooit kunnen vinden.
Woensdag 10 juni eerst naar Pisa, de toren controleren en daarna naar Carrara, de marmerstad. Kopen daar wat mooie souvenirs en vergeten natuurlijk nog wat, zodat we de volgende dag maar weer terug gaan. Rijden we op de terugweg ook naar Lucca. Één van de mooiste steden in noord Italië, en de eerste plaats in de hele vakantie waar we een krant van dezelfde dag kunnen kopen.
Vrijdag trekken we weer door en willen nog even in Italië blijven, maar de camping die we uit hadden gezocht blijkt toch wel een eindje uit de richting dus, gaan we de Zwitserse grens maar over en besluiten door te rijden naar de camping bij Luzern waar we ook op de heenweg zijn geweest, maar nu voor slechts één nacht. Rijden die dag 531 km, best veel voor ons doen. Krijgen daar een mooie plaats waar de caravan aangekoppeld kan blijven en gaan zaterdag naar een camping in het Toscane van Duitsland.
Zeggen ze daar. Eerlijk gezegd vind ik het er prachtig, maar, Toscane? Nee! Het gebied ligt in het Sud-Zwarzwald. Een bezoek zeer waard, maar Toscane? Dat is appels met peren vergelijken. Ons Tomtommetje zet ons heel mooi af aan de achterkant van de camping voor een gesloten hek, over een weggetje dat alleen voor schaapherders zonder kudde geschikt was. We waren verkeerd gereden volgens een paar lieve Duitse dametjes. Zeker een navigatie systeem? Rijdt u maar door, aan het eind van de “weg” linksaf en dan komt alles goed”. Camping Sulzbachtal staan we.
Toevallig in de buurt van Sulzbach. Ergens tussen Basel, Mϋllheim en Freiburg. Vanaf Luzern was het maar 130 km rijden en dat was genoeg. Zijn er vroeg aangekomen en dat is belangrijk aangezien het elke avond vol is. Ze hebben daar een prachtig restaurant en willen er zondag gaan eten. Zaterdag eerst naar Freiburg, heeft een gezellig centrum. Eten er wat en genieten van het nog altijd prachtige weer. Terug op de camping heb ik zat te praten. Zoals op praktisch elke camping wordt me gevraagd wat er aan mijn been mankeert. De helft vraagt het en de andere helft zou het graag willen weten. Ben dat zo zat, dat ik op een gegeven moment maar vertel dat ik er zelf geen idee van heb. Ineens had ik het en zo is het altijd gebleven.
Zondag even wat rond getoerd, even naar Mϋllheim, en door naar Mulhouse in Frankrijk. Diesel getankt bij de Carrefour, scheelt weer € 8,00 terug naar Duitsland en een marktje bezocht in Breisach Am Rhein. Was een tröpfenmarkte, geloof ik, blijken allemaal potten, potjes, onduidelijke rotzooi en andere onnodige gebruiksvoorwerpen te zijn. Ik zweet me wezenloos en ga terug naar de auto. Riekie wil alle andere troep ook zien, dus nemen we even afscheid. Terug naar de camping en daarna dus eten in het restaurant.
Had een kleine kaart volgens de gids, en aangezien wij geen grote eters zijn komt dat goed uit. Tot we de kaart zien. Dranken genoeg, maar eten? Ze hadden wϋrstsalat en wϋrstsalat mit käse. Streekgerechten. Nooit van gehoord, komen ook niet uit die streek, maar aangezien we geen boeren zijn bestellen we gewoon ieder een verschillend gerecht? Komen er twee schalen aan met iets dat werkelijk nergens op lijkt. Riekie die met käse, en ik zonder. Blijken we gewoon heerlijk te eten. Bestel het nooit meer, maar het is goed, lekker en zeer voedzaam. We eten dus de kleine kaart helemaal op.
Maandag is het wat regenachtig. Zijn we niet meer gewend. Rijden naar Colmar in de Vogezen. Frankrijk is maar ruim twintig km rijden. Colmar is een fantastisch mooi stadje in de Vogezen. Er aangekomen is het zo goed als droog, en wandelen door het plaatsje. Helaas hebben alle mooie steden en stadjes de gewoonten om sierbestrating aan te leggen. Doen ze zo goed dat ik al vier keer op vijf verschillende plaatsen allebei mijn benen breek. Op de terugweg stoppen we nog even om spargeln en erdbeern te kopen. Is een kraampje langs de weg met een groot bord selbst schneiden. Bij het kraampje aangekomen mag je dus helemaal niets aanraken, laat staan plukken.
De asperges, en aardbeien, die in doosjes zitten, mag je alleen maar aanwijzen. Maar? Voor € 4,00 hebben we genoeg voor twee maaltijden asperges eten en aardbeien voor drie dagen. Dat is genieten. Eten zalig en doen dinsdag een kleine rit door de omgeving. Thuis gekomen is het lekker luieren, genieten van het uitzicht en dorst krijgen. De camping is omringd door wijngaarden en vlak voor ons zit ik tegen een hele berg wijn aan te kijken. “Zijn druiven” zegt onze buurvrouw. Weet ik natuurlijk ook wel, maar ik zie altijd het eindproduct.
Onze buurvrouw blijkt de vriendin te zijn van onze buurman. “Ja”, zegt hij, “moet begin juli thuis zijn, word ik tachtig en we krijgen van de kinderen een ballonvaart aangeboden. Vijf jaar geleden ben ik mijn vrouw verloren, en van mijn vriendin is toevallig ook vijf jaargeleden haar man overleden”. Zal nooit weten of er verband is tussen beide sterfgevallen. Hij had nooit gekampeerd en zij moet de auto met caravan rijden, “kan ik niets van” zei hij “maar als we thuis zijn gaan we met mijn boot weg en dan ben ík weer de kapitein”. Vond kamperen toch wel erg leuk. Logisch, heeft een heel aardige oude vriendin.
Dinsdag ga ik internetten bij het bureau, koop een kaart voor één uur en blijk achteraf maar een half uurkaart te hebben gekregen. Moet een foutje geweest zijn, de jonge familie die hartelijk en heel open de mensen ontvangen –behalve tussen 13:00 en 15:00 uur- zouden nooit bewust iemand benadelen. Krijg gewoon alle mail binnen maar kan niets versturen. We luieren die en de volgende dag maar wat om donderdag richting Koblenz te verhuizen. Bellen wel eerst even op om te vragen of er middagrust is. Hebben al te vaak voor gesloten slagbomen gestaan en willen dat niet meer. Gelukkig hebben zij dat niet en kunnen we aankomen wanneer het ons uitkomt. Doen we ook.
Country camping Schinderhannes. Zijn we in een ver verleden ook al eens geweest. Hebben daar goede ervaringen aan en het klopt. Prima camping, goede voorzieningen en drijfnat. De maandag dat wij naar Colmar gingen en wat regendruppels hadden heeft het hier 24 uur achtereen gegoten. Je loopt er door een grote plas water. Binnen een minuut heb ik drijfnatte voeten en trek mijn sokken maar uit. “Joh” zegt mijn vrouw, “we hebben toch grasklompen? Trekken we maar aan”. “Is goed” zeg ik, wel onder enig voorbehoud. Weet het niet precies meer maar er was iets met die dingen. Tien minuten later weet ik het weer. Heb geweldige blaren op mijn tenen waarvan er één al door is. Ben in het bezit van prachtige jubeltenen, die niet overal in passen. Kan een paar dagen niet zonder pijn in mijn schoenen.
Die avond gaan we maar weer eens uit eten. Het restaurant is fantastisch. Geweldig eten in fatsoenlijke porties. Kan er mijn bordje leeg eten en we genieten. Vrijdag naar Koblenz, moeten toch even naar de Deutsche Eck, prachtige plek waar de Mosel in de Rhein uitkomt, en rijden daarna naar de Loreley. Ooit, in een ver verleden heb ik die voor het eerst gezien. Was toen stuurman op de Rijnvaart en zij maakte een enorme indruk op me. Ben er al weer vaak geweest, maar ze trekt me aan zoals de Sirene vroeger schippers verleidde die vervolgens schipbreuk leden.
We rijden voor het eerst de Loreley op en genieten dan van een ongelooflijk mooi uitzicht. De wereld is mooi. Maar wordt minder als je honger krijgt en er niets te eten te koop is. Rijden de rots weer af en steken de Rijn over per veerboot naar St. Goar. Is lachen. Op de boot komt een snugger type vragen met hoeveel personen we zijn. Kan zeker niet tellen. Vertel maar dat we met zijn tweeën zijn en krijg te horen wat we moeten betalen. Dezelfde vraag stelt hij ook aan de motorrijder achter ons. Die kijkt verbaasd om zich heen voor hij meldt alleen te zijn. In St. Goar valt ook niets te eten te krijgen en we rijden maar naar de Mc Donald vlak bij de camping. Die avond maar weer buiten de deur gegeten en daar ontmoeten we onze oude buren van de vorige camping.
De man van de ballonvaart met zijn vriendin. Kletsen lekker bij en eten daarna keurig onze bordjes leeg. Terug bij de caravan weten we nog steeds niet of we de volgende dag of pas maandag naar huis gaan. Op zondag kunnen we niet thuis komen aangezien we de caravan dan de tuin in moeten duwen en daar hebben we geen zin in. Het weerbericht van die avond geeft aan dat het bij ons waarschijnlijk beter weer is dan in Spijkenisse en we gaan dus maandag naar huis. Hebben die middag voor alle zekerheid wel vast alle spullen die we thuis willen hebben in zakken, tassen en manden gestopt en in de auto geladen. Kan, als je een Ford Transit hebt. Hebben wel voor drie dagen schoon goed in de caravan dus als we toch op zaterdag weg gaan zijn we snel klaar met inpakken. Zaterdag is het prachtig weer en we gaan dus maandag naar huis. Gaan naar Koblenz. Trekken de Altstad in en Koblenz is mooi. De oude stad heeft een warme charme die je nooit meer vergeet. Ééns daar en je komt er zeker terug.
Heb daar eens met een oud bandlid mijn eerste buitenlandse concert gegeven. In 1962 ging ik op mijn scooter met de trompettist/violist van de band waarin ik speelde op vakantie. Tent voorop en koffers achterop. We kwamen daar terecht op een camping aan de oever van de Moezel vlak bij de plek waar hij in de Rijn uitkwam. Reinhard, mijn maat, was praktisch alles vergeten wat hij nodig had, maar had wel zijn trompet in zijn koffer.
De zelfde avond gingen we de stad in en kwamen in een café/restaurant terecht waar een trio jazzmuziek speelde. Die muziek kenden wij en Rijn naar de groep met de vraag of we mee mochten doen. Vonden ze wel grappig. Even de trompet halen op de camping en we konden meedoen. Het trio bestond uit een pianist, drummer en zanger die zowel bas- als elektrisch gitaar speelde. Die zanger mocht kiezen, en ik nam dus de elektrische gitaar. Binnen een paar minuten waren alle gasten op de dansvloer en werd er niet meer gegeten of gedronken maar gedanst en gezongen. Nooit meer zo iets mee gemaakt. Aan het einde van de avond mochten we niet weg. Moesten eten met het trio, was geregeld in hun contract, en kregen per persoon twintig mark. Wilden we niet, betaalden ze uit eigen zak volgens mij maar zij hadden nog meer genoten dan wij. Werden uitgenodigd de volgende avond weer te komen, maar toen was de baas er. De vorige avond was er te weinig gegeten en gedronken dus mochten we niet meer meespelen.
Koblenz, vergeet ik nooit meer. Maar ja, we zijn dus nu weer in die stad en slenteren door het hele centrum. Op een moment merken we dat er zich een behoorlijk wolkenveld ontwikkelde en onze kant opkomt. Gaan terug naar de auto als Riekie nog even de C&A binnen wilt. Ik sta buiten te wachten en zie de bui aankomen. Riek heeft geen haast. Ik wel. Als ze buiten komt (met een trui want die was zo goedkoop) hebben we nog twee minuten voordat de bui losbarst. Tomtommetje stuurt ons twee keer de verkeerde kant op maar dan komen we toch bij de auto. Behoorlijk verregent, maar we zitten weer droog. Alleen de ramen beslaan door het vocht dat we binnenbrengen en aangezien de airco ons al eerder vertelde dat ze er geen zin meer in had blijven ze ook beslaan. Vervelend, maar met een wisser houden we ze zo schoon mogelijk.
Zondag wat rond gereden, leuke dingen gezien waaronder een speedbootrace op de Moezel, en maar weer uit eten. Riekie nam een schnitzel met zwiebeln en ik één met uien. Hou niet zo van zwiebelen. Maandag 22 juni terug naar huis. Eerst naar de caravanboer die eerst de mover maar moet maken en dan echt naar huis.
Ruim zeven weken weg, teller staat op 157.455 km en hebben dus 6.838 km weg.
Samengevat: we hebben een prima vakantie gehad, prachtig weer, lekker gegeten (zelfs pizza leren eten in Italië) we zijn gezond gebleven en ik ben aan vakantie toe,
Ton en Riek van Dongen
