Vakantie 2008
24 juni 2008

Zaterdag 3 mei vertrekken we voor onze mei-juni vakantie richting Denemarken. Met mooi weer vertrekken we, de teller op 120.100 km en besluiten de eerste dag een flinke afstand af te leggen. Op de camping bij Holten aangekomen in de buurt van Almelo is dat aardig gelukt volgens mij. Camping de Zuurberg heet dat ding. Na 190 km besluiten we een paar dagen rust te houden.

Prima plekje, binnen een half uur zit je in Enschede, Hengelo of Almelo. Camping heeft prima voorzieningen, behalve twee toiletten is er ook nog een douche. Voor € 0,50 mag je douchen zo lang je maar wilt. De eerste vijf minuten zelfs met warm water? Zitten helemaal gebakken. Na mijn eerste douche besluit ik de volgende keer ook zeep mee te nemen, is nog leuker. Heb nog wel geen Altzheimer, maar soms mag je wat vergeten, toch?

In de avond wordt het wat fris, en we zetten de airco aan op de warme stand. Riek vindt hem niet zo warm en besluit de airco te openen en met haar hand erin te voelen όf hij wel warm is. Het kost haar onmiddellijk een stukje uit haar wijsvinger als ze de ventilator aanraakt, en ik mag een vingerverbandje aanleggen. Zal ze wel nooit meer doen. Kon wel op haar kop staan van ellende, maar dat raad ik haar af. Kan ik haar tenen ook nog gaan verbinden.

Zondagavond ben ik toch wel nieuwsgierig naar de hockeyuitslagen van Spijkenisse, maar daar kom ik nog wel achter, en misschien wil ik het wel niet weten. Klopt helaas, ik had het niet willen weten. De heren zijn nu praktisch kansloos na weer twee verloren punten bij Derby.

Op maandag gaan we eerst een goede accuboor kopen bij de Praxis in Holten. De oude had het begeven bij vertrek, en ik heb geen zin elke keer de caravansteunen met de hand op en neer te draaien, wordt mijn vakantie alsnog werken en daar heb ik geen zin in. Blijken we heel dicht bij Ruurlo te zitten. “Daar heeft je broer toch een huisje”? Vraagt mijn vrouw? Gaan we in de middag even langs.

Bij de VVV in Ruurlo vinden we het bungalowpark en op de receptie daar herkennen ze mij onmiddellijk als de broer van Henk van Dongen. Henk en Marry blijken ook nog thuis te zijn en we praten er heel gezellig bij. Hadden elkaar al een aantal jaren niet gezien. Maakt voor ons niets uit.

In de namiddag ga ik bij de boerin afrekenen. Aan het eind van de vakantie zal blijken dat het de minste en duurste vakantie dagen van de hele vakantie zullen zijn.

Dinsdag vertrekken we naar een camping in de buurt van Hamburg. Ons TomTommetje zet ons precies op de juiste plek neer bij de camping. Aan de achterkant voor een erg dicht groot hek op een smal rotweggetje. En we moeten nog anderhalf uur wachten tot er misschien iemand komt om het hek te openen.
We lopen een rondje over de camping en wat we zien bevalt ons voor geen meter. Veel te kleine plaatsen, helemaal vol en allemaal Duitsers. Denk je dat ze allemaal in Zeeland zitten, zit het bij Hamburg helemaal vol met Duitsers die tijdens de rustperiode ook nog eens een hoop pokkenherrie maken. De enkele Nederlander die er tussen staat zal in de oorlog ook wel fout geweest zijn. We besluiten de caravan en auto te keren en gaan naar een camping negentig km verderop.

Camping Kluthsee in Bad Segeberg. We voelen ons daar gelijk thuis, gaan ‘s avonds lekker uit eten op de camping. Als de volgende dag de camping volloopt met allemaal bejaarde Nederlanders die een groepsreis met de ANWB gaan maken naar de Noordkaap, zijn we helemaal thuis. De camping ligt in een schitterende omgeving in Schleswig Holstein en het is er heerlijk toeven. Het weer is vanaf het vertrek thuis prima gebleven en het leven is mooi.

Woensdag maken we een uitstapje naar Hanzestad Lübeck en dat blijkt zeer de moeite waard. De Duitsers zijn nog altijd bijzonder trots op hun Hanzesteden. Kunnen wij in Nederland een puntje aanzuigen. Zo rond het IJsselmeer hadden we er toch ook wel een paar toen dat nog Zuiderzee was, maar wie weet dat nog?

Donderdag krijgen we buren. Twee Engelse oudjes. Erg aardig en we kletsen wat. De man is niet helemaal helder meer en dat verklaart waarom zijn vrouw de kolossale camper moet rijden.
Vrijdags is hun watertank leeg en de man gaat hem vullen. Hij sluit zijn waterslang aan op de kraan, en komt dan bij de camper tot de ontdekking dat hij drie meter slang tekort komt. Lost de man fantastisch op met een logica waar ik jaloers op werd. Hij koppelt de slang los van de kraan, en begint nu bij de camper. Stopt de slang in de vulopening van de tank en loopt dan naar de kraan om hem weer aan te sluiten om dan tot zijn stomme verbazing te constateren dat waar de slang eerst nog op de kraan paste, het nu niet meer lukt. Komt hij nu aan de kant van de kraan drie meter tekort? Daarna besluit de man een jerrycan waar wel drie liter water in kan te gebruiken om de tank te vullen. Gaat prima. Van elke drie liter gaat er twee liter naast de vulopening.

Wij geven hem onze gieter zodat er geen water meer verloren gaat en sluiten de slang aan op de kraan. Hoeven ze nog maar drie meter te lopen met het water. Hebben toch nog twee uur nodig om de tank helemaal te vullen. Willen het gewoon helemaal zelf doen en gezien mijn luie aard heb ik daar wel vrede mee. Bovendien luisterden ze niet op mijn suggestie de camper wat te verrijden zodat de slang wel paste.

Die vrijdag gaan we weer lekker uit eten in een ander restaurant naast de camping en zien alle Nederlanders van de groepsreis het restaurant binnenkomen. Ans en Jaap van caravan nummer vierentwintig zwaaien naar ons en wij zijn natuurlijk zo blij hen weer te zien dat we maar terug zwaaien.

Besluiten gelijk maar de volgende dag door te reizen richting de veerboot naar een camping bij Puttgarden. Op zondag willen we door reizen naar een camping bij København, oftewel Kopenhagen. Als we op zondag bij de veerboot aankomen, staan we verdomme weer tussen al die groepsreizigers, gelukkig gaan zij naar Roskilde zodat we ze nu nog maar een uurtje moeten aanhoren.
Eigenlijk wel mooi, er zijn mensen bij van drie en tachtig. Ze kamperen nog graag, maar hebben steun nodig voor het geval dat…. , en toch naar de Noordkaap?

In Rødbyhavn verlaten we alles en iedereen en toeren naar een strandcamping bij Ishoj. De TomTom zet ons keurig neer in een doodlopend straatje waar geen camping te bespeuren valt. Er is nauwelijks ruimte om straatje te keren met een combinatie van bijna twaalf meter maar het lukt bijna.
De eerste keer beschadig ik een geparkeerde auto waar een aardige deuk in is gekomen en rijdt voor de vierde keer in acht jaar mijn achterbumper van de caravan aan flarden. Heb zo de pest in dat ik maar naar een andere camping ga en eerst de caravan neerzet waarna ik terug ga om de eigenaar van de auto op te sporen.

Terug op de plaats van het ongelukje komt die al snel aanzetten. Hij had het al van buren gehoord. Ter plekke wisselen we gegevens uit en de man wenst mij nog een plezierige vakantie toe. Volgens mij had hij er nooit aan getwijfeld dat de dader zich zou melden. Was een heel aardige man en de rust zelf.

Tweede pinksterdag gaan we naar Kopenhagen, eerst naar de luchthaven om te zien hoe lang we erover rijden aangezien Fredy woensdagmorgen daar aankomt om een weekje vakantie te houden bij haar ouders waar we heel blij mee zijn en uiteraard naar de Nyhavn, en de kleine zeemeermin. Kopenhagen is heel mooi in het schitterende weer.

Dinsdag bel ik mijn verzekering op en die zijn blij dat ik de eigenaar van de schadeauto heb kunnen achterhalen. Stuur de papieren maar pas op als u weer thuis bent, de schade is gemeld en wij handelen alles af. Er werd mij nog een prettige vakantie zonder verdere schade toegewenst en dat was geregeld.

Als Fredy op woensdagmorgen 8:20 uur landt en nog voor 9:00 uur door de deur naar buiten komt wandelen, wordt het een weekje feest voor ons allemaal. Die dag doen we niet al te veel, ze heeft nauwelijks geslapen en we laten haar eerst maar eens tot rust komen.

Donderdag gaan we naar Stevns Klint en haar krijtrotsen. Volgens de boeken doen ze maar weinig onder van die van Møn, maar dat vinden wij zeker niet, ze zijn veel minder, maar toch nog alleszins de moeite waard. Op vrijdag maken we een rondje via Roskilde waar binnenkort weer het beroemde popfestival wordt gehouden en het noorden van Sjælland oftewel Zeeland en we begrijpen waarom de weekenden daar door worden gebracht. Het is in één woord schitterend. De omgeving daar ligt me wel. Van de Tietensgade naar de Slettenhavn is het maar een halfuurtje rijden. Moet ik makkelijk in een dag kunnen doen. Heerlijk zoals ze overal voor uit durven komen.

Op zaterdag bezoeken we Tivoli. Waren we al eerder geweest, maar dat was op een door-deweekse dag en het was toen stil en saai, vonden er toen niet zoveel aan. Doen we nu dus in het weekend en nu is het er geweldig druk, maar binnen een uur weten we dat we er nu ook weer niets aan vinden. Besluiten maar naar de Makro of Metro zoals die hier heet te gaan en wat te winkelen.

De zondag wordt weer heel mooi na een wat somber begonnen dag en we gaan naar de dierentuin van Kopenhagen. Die is schitterend. Veel kleiner dan Blijdorp, maar dat is op een veel groter terrein gelegen en veel jonger en moderner. Dat van Kopenhagen is ruim honderd en vijftig jaar oud, maar knus? Ja, we zijn er blij mee dat we er geweest zijn.

Op maandag willen we het wisselen van de wacht meemaken op het Amaliënborg Slot. Blijkt minder indrukwekkend dan verwacht. Helaas begint het tijdens de ceremonie ook nog te stortgieten, en wachten we het einde maar niet af. Zal zonder ons ook wel lukken. Daarna zoeken we met behulp van Tommeke een overdekt winkelcentrum en gaan daar wat rondneuzen.

Denemarken en zeker Kopenhagen hebben heel wat te bieden. Maak zo nu en dan een praatje met de mensen, weten toch niet wie ik ben, en kom erachter dat de idee zoals die in Nederland leeft dat alle Denen Engels spreken absoluut niet waar is. Als we in een winkel naar iets lopen te zoeken, het niet kunnen vinden en het personeel aanspreken is er niemand die ook maar een beetje die taal machtig is. En we zijn zeker niet in zo maar een winkeltje. Valt wat tegen.

Op dinsdag gaan we de andere kastelen bezoeken en de prachtige tuinen die er bij horen, wandelen door de botanische tuin naast de Koninklijke tuin van het Rosenborg Slot en genieten van het moois en het dan weer prachtige weer.

Riekie ziet kibbeling lopen en ik weet echt niet meer waar ik aan toe ben. Kibbeling is volgens mij gebakken stukjes van een goedkope onbekende vissoort en zit in een bakje, “ik zie haar toch echt lopen”! Zegt ze verontwaardigd. Blijkt ze Lornah Kiplagat te bedoelen. Gelukkig kan ze mee lachen en het leven is mooi.

Woensdagmorgen breken we de voortent op en pakken alles dat niet meer nodig is in de auto. Fredy vertrekt om 18:10 uur en moet om 17:10 uur weer op het vliegveld ingeboekt zijn. Aangezien er middagpauze op de meeste campings gehouden wordt zet ik de auto buiten de camping. We willen toch nog wel wat rondneuzen voor ze vertrekt. Gaan nog eens naar het Charlottenborg Slot en rijden langs de kust terug naar het vliegveld. Fredy geeft aan dat ze genoten heeft en het wel genoeg vindt. Liever is ze een uurtje vroeger terug op het vliegveld waar ze lekker in haar boek kan duiken, dan niet weten waar je nog snel even heen kunt.
Denk je haar uit te zwaaien, zwaait ze ons uit. De passagiers lopen langs de straatkant achter glas naar de plaats van vertrek, en aangezien ze nog genoeg tijd heeft blijft ze staan zwaaien.

De volgende morgen vertrekken we naar Fredericia op Jutland. Mijn route adviseur, mijnheer TomTom vraagt of ik tolwegen wil vermijden? Stom ding. Als ik dat zou willen moet ik gaan zwemmen en met de auto, de caravan, mijn vrouw en bijna 20 jarige poes Pummie op mijn rug ga ik dat waarschijnlijk niet halen. Het is maar twintig kilometer, maar toch? Van Zeeland kom je alleen maar af via tolbruggen of veerboten en ook die zijn niet gratis.

De reis over de grote Beltbrug naar Fyn is prachtig. Hoog boven de zeespiegel zie je grote zeeschepen ver beneden onder je doorvaren. Het eiland Fyn is ook zeer de moeite waard. Langs Odense kom je bij de Kleine Beltbrug en daaroverheen is het nog maar een stukje naar Color camping Trelde Næs, waar we graag heen willen.

Veertien jaar geleden stonden we hier ook en het prachtige uitzicht over de Vejle Fjord stond ons nog steeds bij. Helaas, niets meer van over. Oké, de fjord was er nog en lag nog steeds naast de camping, maar het geweldige uitzicht is vakkundig naar de bliksem geholpen door bosaanplant langs de kuststrook, en de dichtstbijzijnde plaatsen zijn alleen nog voor tentkampeerders beschikbaar. Maar toch, het is nog steeds een prima camping met zoals praktisch alle Deense campings goede voorzieningen en we kunnen hier wel een paar dagen doorbrengen.

We bezoeken de plaatsen Vejle en Kolding en genieten. Op vrijdag 23 mei wil ik internetten. Dat kan gewoon in je eigen caravan. Op de receptie vraag ik naar de condities. Een half uur was 20 DKK, een uur 40 DKK, en 24 uur 100 DKK. 24 Uur dus en ik kan mijn hart ophalen.

Heren I had verloren van Udenhout, Meisjes C1 had het niet gered tegen Leonidas, en ik had 74 mailtjes. Prettig dat je ook even bankzaken kunt regelen en leve het internet.

Op zondag reizen we naar Legoland in Billund. Er was me verteld dat het eigenlijk een park was voor mensen met kinderen. Het zou een kinderwereld zijn, en dat klopt. Dit kind van vijf en zestig vind het helemaal fantastisch. Tivoli was voordelig met zijn entree, maar verder moest je voor alles betalen waar je tegenaan liep, Legoland is wat duurder, maar verder is bijna alles gratis. Alleen ijs en pølseworst moesten betaald worden, en natuurlijk het poppetje voor MIJN EMMA.

Terug op de camping hebben we zoiets als, wat gaan we nu doen? Vertrekken dus. Breken de voortent weer op, maar besluiten alles makkelijk te doen, aangezien we maar een stukje naar het noorden willen. Gaan heel de noord- en westkust zien. Denken we. Als we ‘s morgens wakker worden is het koud, net 10°, het regent pijpenstelen, en als ik de tv aanzet en op teletekst zie dat de weersvooruitzichten in Denemarken uitermate slecht zijn, en in Duitsland veel beter, dan! Naar het zuiden, naar een camping in de buurt van Flensburg aan de Oostzee.

Ik heb genoten van Denemarken. Het zijn allemaal vriendelijke, behulpzame mensen en rustig. Zo rustig. Tot ze in een auto stappen. Dan zijn alle verkeersregels nog alleen maar van toepassing voor buitenlanders. Zij hebben alle rode verkeerslichten mee, er is geen maximum snelheid, en ze claxonneren als je even te lang wacht met optrekken. Ga ik dus expres doen! Niemand gaat mij vertellen dat ik me moet haasten als ik geen haast heb.

Op de camping in Duitsland is de temperatuur zo’n graad of negen warmer als in Denemarken en we hebben het dus goed gedaan. Het zonnetje schijnt en de vooruitzichten zijn goed. In de middag controleer ik eerst maar even de verlichting want na de aanrijding in Denemarken werkt de verlichting van de caravan en de achter- en stadslichten van de auto niet meer. Gelukkig wel de richtingaanwijzers en de remlichten, maar niet het gewone achterlicht. In de bedrading kan ik niets vinden en de beschadigde verlichtingsunit van de caravan ziet er ook goed uit. De verzekeringskasten gecontroleerd en dan blijkt er een zekering doorgebrand. Die is dus snel vervangen. Heb ik weer mooi gefikst.

In Flensburg wisselen we de DKK die we over hebben om voor Euro’s en hebben dan alleen nog klein geld. Blijkt toch nog bijna 100 DKK te zijn en aangezien we in die plaats maar zeven km van Denemarken af zijn gaan we net over de grens nog even twee flessen wijn en een pak kauwgom kopen en de paar centen die over zijn schenken we aan de caissière. We gaan daar niet koken aangezien er een uitstekend restaurant is met uitzicht op zee. Twee dagen blijven we er en alle twee lekker uit eten.

Woensdag 28 mei gaan we door richting Berlijn. Vinden de afstand te groot voor één rit en zoeken een camping tussen Wismar en Schwerin in Flessenow. Bij vertrek merken we dat de verlichting van de caravan niet goed werkt. De onbeschadigde kant heeft licht, maar de beschadigde niet. Oké, dan maar niet. De richtingaanwijzers werken en ook de remlichten, dus komt wel goed. Tot we onderweg een beschermd vogelgebied kruisen en verplicht verlichting moeten voeren. Dat gaat maar even goed. Riekie ziet opeens rookwolken uit het dashboard opstijgen en meteen doen we de verlichting uit. We maken het dashboard open en bekijken de zekeringkast. Mooi, onherstelbaar naar de kloten. De nieuwe zekering die ik bij Flensburg had geplaatst had was geheel gesmolten en had de kast zwaar beschadigd. Gelukkig geen vitale zekeringen, maar toch heel vervelend.

Rond kwart voor twaalf passeren we een bord dat aangeeft dat we de voormalige Oost-Duitse grens passeren en vinden het wel goed. Vlak voor Wismar zien we op een bord dat het plaatsje op de wereld erfgoedlijst staat? Een half uur later komen we op de camping aan en pas de laatste zeshonderd meter merk je in Oost-Duitsland te zijn. Wat een kutkeien! Niet normaal meer, maar de camping is goed. Nederlands beheer, moet goed zijn. Is ook goed.
De baas zoekt een Ford garage voor me op in het telefoonboek, en na de caravan gestald te hebben vertrek ik onmiddellijk naar de garage. Heel vriendelijke mensen vertellen me daar dat het een heel vervelende schade is en zij het niet kunnen repareren. De materialen die nodig zijn moeten besteld worden en dat duurt lang en is bovendien kostbaar. Jammer van de kosten, maar ik wil de schade gerepareerd. Alleen, zodra de caravan weer achter de auto hangt herhaalt zich waarschijnlijk hetzelfde probleem, en dat schiet niet zoveel op.

We blijven drie dagen op de camping, genieten van de plaatsjes Schwerin en Wismar, en die zijn mooi! Houden wat rust en het leven is mooi. De temperatuur is rond de 28° en de vooruitzichten zijn 32° voor de komende week. Bellen even naar de kinderen en vertellen waar we zijn en wat we gedaan hebben. Uiteraard kent Nathalie Wismar. “Joh, dat staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco”! Zegt ze tot mijn stomme verbazing, niet raar dus dat we het mooi vonden.

Dan zaterdag 31 mei door naar Berlijn. Riek uiteraard bang voor nieuwe rookwolken, maar aangezien de zekering die dat veroorzaakte en de kast waar hij inzat overleden waren hoefde dat niet. De camping die we hadden uitgezocht ligt ten Oosten van Berlijn nabij het plaatsje Erkner. Vandaar kun je met de trein naar Berlijn. De camping is redelijk goed. Net als in Kopenhagen mag je 5 KWh per dag aan stroom gebruiken, en kom je er over heen dan betaal je bij. Geen probleem? Bij 32° staat voor de poes dus wel de airco hele dagen aan, maar, we zien wel, en uiteindelijk blijken we gewoon binnen de 5 KWh te blijven.

Volgens de ANWB is het een goede en rustig gelegen camping. Ik wil de m/v wel eens spreken die dat heeft doorgegeven. De ringweg van Berlijn, de A10, ligt op honderd meter afstand van de camping. En dat geeft me een teringherrie! Als je dan doorgeeft dat de camping rustig gelegen is? Ziende blind en horende doof moet hij/zij zijn of omgekocht. Het geluid is duidelijk en het verkeer zwaait naar ons.

Voor de douche moet je wel betalen. Voor € 0,50 heb je twee minuten water. Als ik mijn buren voor dat bedrag laat douchen, heb ik mijn nieuwe HRC-ketel binnen twee maanden terug verdiend? Toch lukt het iedereen om binnen die tijd te douchen. Ook warm water om de vaat te wassen kost € 0,50 en behalve de Nederlanders betaalt iedereen dat ook, de Hollanders wassen met koud water de vaat. Je schaamt je wel eens voor je landgenoten.

Zondag 1 juni willen we naar Berlijn. Onze buren uit Oss, vertellen dat je gewoon een tageskarte moet kopen en die kost dan ergens tussen de 5,00 en 8,00 Euro. Weten ze niet precies. Naar het treinstation is het met de auto ruim 10 km, en ga je met de fiets is het maar 6 km. Met de fiets dus, kun je bij het station gratis stallen en er blijkt ook nog videobewaking te zijn. Bij aankomst heb ik het redelijk benauwd, ben duizelig en heb wat zuurstofgebrek. Zijn de ruim 32° niet gewend, misschien iets te hard doorgetrapt, maar alles komt goed.

Als we twee tageskarten kaufen betalen we € 38,00 en vinden dat aardig aan de prijs. Kocht je twintig jaar geleden een Trabant voor, al zou dat dan geen automaat zijn. Een aardige Duitser vertelt ons dat we die kaartjes nodig hebben, dus? Op zondag is de kaartverkoop gesloten en ben je aangewezen op een kaartjesautomaat. Zelfs de Duitsers kunnen er geen wijs uit, en, we betalen het gewoon. Voor dat geld zitten we ook nog in een boemeltje dat bij elke boerderij stopt. Blijkt dat kreng niet verder te gaan dan het Ostbahnhof, maar de verbinding naar het Hauptbahnhof staat al klaar en we kunnen door. Al met al duurt de reis een vol uur en dat vinden we zondetijd. De reis gaat door grauwe buurten die de naam van stadswijken eigenlijk niet waard zijn.

Duitsers en Grieken, neem nooit goede raad van Duitsers aan want die is altijd duur en van de Grieken geen geschenken want dan krijg je het paard van Troje.

Op het Centraal Station aangekomen kijken we even rond en besluiten naar de Brandenburger Tor te gaan. Is maar een goede kilometer lopen, maar als ik mijn vrouw eraan herinner dat ik invalide ben gaan we toch maar met de bus. Betaal toch geen € 38,00 om te gaan lopen? De bus zet ons af op Unter den Linden, vlak bij de Tor. Het is allemaal heel indrukwekkend en heel erg warm.

We bekijken de rommelmarkt die wordt gehouden aan de westkant van de Tor en wandelen door een parkje waar een restaurantje bier verkoopt en dat kun je in de schaduw opdrinken. We zitten er heerlijk een poosje en dan wandelen we naar de Reichstag. Ik wil er wel graag in maar er staat een rij waar je minstens twee uur in staat en dat in de brandende zon? Niet doen dus. We besluiten met de bus naar Checkpoint Charlie te gaan. De bus komt volgens schema elke vijf minuten en dat is mooi. Als we twintig minuten later nog steeds zitten te wachten en de enig overgeblevenen zijn bij die halte, gaan we toch maar een stukje lopen naar de metro. Daar hoef je maar twee haltes mee om Charlie te zien.

In de metro komen we langs haltes die helemaal niet op mijn kaart staan? Blijken we de verkeerde kant op te rijden. Zijn het een beetje zat en we besluiten terug naar de camping te gaan. Het boemeltje naar Erkner blijkt vol met bierdrinkende jongelui te zitten c.q. staan, en het stinkt, het is er een rotherrie en het is bloedheet. Van Erkner fietsen we weer naar de camping en gaan die avond uit eten in het restaurant. Zit je daar heerlijk te eten en drinken met zijn tweetjes voor maar € 24,00.

Maandag rijden we wat rond en komen uiteindelijk in hartje Berlijn terecht. Is best leuk. Berlijn is goed te doen met de auto zolang je de borden maar niet volgt. Gewoon verstand op nul, en we zien alles wat we ook op zondag gezien hebben, komen langs Charlie’s Checkpoint, Riek filmt voor het eerst in haar leven en ik sta even stil voor wat foto’s, zo, ook weer gezien en lekker weer naar huis.

Toch wel prettig met mijn tomtommetje, je geeft aan dat je naar huis wilt en hij zet je op de camping af. Uiteraard verander ik steeds mijn huisadres zodra ik op een nieuwe camping aan kom. Dinsdag 3 juni ’08 doen we niet veel. Kijken wel wat rond, wat boodschappen gehaald en ik wil op het internet. Ze hebben de faciliteit en ik wil wel voor € 1,00 een uurtje op het www. Die Oost-Duitsers hebben zich de laatste jaren toch wel zeer snel aangepast. Alles wat in het westen mogelijk is kunnen zij je ook bieden.? Ik haal op de receptie een uurtje internet op en krijg een password mee. Meer zou ik niet nodig hebben.

Na twee dagen ben ik het zat en stuur een mailtje naar de eigenaar en die helpt me op het net te komen. Klinkt raar, geen internet en toch mailen, maar, mijn laptop maakt wel lokaal contact en dus is dat mogelijk. De goede man staat een kwartier later bij me en gaat het regelen. Dan blijk ik wel een login naam en een password nodig te hebben, maar, hij vult ze in, zoekt uiteraard naar de letters Y en Z (in een Duits toetsenbord zijn die met het onze verwisseld), weet niet waar de @ zit maar daar help ik hem dan wel bij. Mijn vorige laptop had een Duits toetsenbord! En ik kan de hele wereld weer bereiken.

Poes Pummie doet al een paar dagen vreemd. Je kunt haar wel aanhalen, maar zodra je bij haar staart komt gaat ze hard miauwen. Dat wil ze niet. Riekie vraagt zich af waarom ze zo miauwt? Als ik dan uitleg dat een poes niet kan blaffen, kijkt ze me aan, en de rest vertel ik niet.

Dinsdagavond merkt Riekie dat poes Pummie een wond heeft. Onder haar staart vlak bij haar anus. Als we goed kijken is het een gemene wond die ze probeert schoon te likken. Ziet er slecht uit en gaan uiteraard woensdags naar een dierenarts. Adres op de camping, een tierklinik in Fürstenwalde, is maar dertig kilometer rijden, en we zijn al vroeg bij de klinik. Het blijkt een splinternieuw gebouw, en we worden er zeer hartelijk ontvangen. Ze kijken het dierenpaspoort even in en Pum is redelijk snel aan de beurt. Blijkt ze een gemeen abces te hebben, en dat kost wat behandeling. Wordt netjes gedaan met veel respect voor ons poesje, het abces wordt opengemaakt, gesteriliseerd en ze krijgt een antibioticum toegediend. We krijgen een flesje met ontsmettingsmiddel en wat wattendotten mee en moeten op vrijdag terug komen.

Donderdag maar weer naar Berlijn en nemen dan een dagkaart voor de sneltrein. Kost maar € 6,50 heeft airco en binnen een half uur stap je uit op de Alexanderplatz. Daar kopen we een kaartje (tegen studententarief) voor de stads toer bus, en komen langs alle plaatsen die de moeite waard zijn. Stappen uit waar het leuk is en blijven zitten bij de musea. Blijken er die dag heel erg veel wegen afgezet te zijn. De koning van Spanje is er met gevolg en zijn vrouw, en er zijn zeer strenge veiligheidsmaatregelen getroffen. Resultaat is dat we vaak heel erg lang stil staan in een brandende zon. Ruim 30.000 politieagenten zijn er op de been, lopen elkaar in de weg, maken er een geweldige puinhoop van, en verliezen ook de derde wereldoorlog.

Als we via een forse omweg uiteindelijk het Hauptbahnhof zien zijn we de brandende zon zat, stappen uit en lopen naar het verkeerde perron. Perron 16 moesten we de eerste keer zijn, maar nu op perron 12. Daar aangekomen staat de trein voor ons klaar maar de deuren gaan niet meer open en hij vertrekt zonder ons. Een half uur later lukt het wel op perron 11 en we hebben een keurige zitplaats. Het openbaar vervoer is er trouwens net zo slecht geregeld als in Nederland.
Onze sneltrein vertrekt ruim 20 seconden te laat. Aangekomen bij de Alexanderplatz blijken we het goed gedaan te hebben. Er is geen zitplaats meer over.

Op vrijdag moeten we met de poes terug naar de dierenarts, en daar is de dokter wel tevreden, maar wil de poes toch nog een keer zien op maandag. Moeten dus nog een paar dagen in Berlijn blijven en vinden dat niet zo erg leuk.
In de middag wat fietsen in de omgeving maar het is te heet om dat lang te doen. Gaan zaterdag maar naar Frankfurt aan de Oder en ook nog even Polen in om daar vervolgens weer snel uit te gaan. We begrijpen nu waarom de Polen zo graag naar Nederland komen.

Die avond begint het EK en dat zien we graag. Zondag de achtste juni besluiten we er een rustige dag van te maken. Hebben ons voorgenomen maandag te vertrekken. Als we nόg een keer met de poes terug moeten komen willen we terug naar huis. Blijven niet langer in Berlijn. In twee dagen kunnen we gemakkelijk thuis zijn, maar maandag krijgen we te horen dat de poes genezen is verklaart en we kunnen onze vakantie voortzetten richting Dresden.

Daar komen we op een camping waar de kleinzoon van Adolf Hitler de baas speelt. Her Fritz. Her Fritz heeft van zijn tuin een kleine camping gemaakt en als je de camping oprijdt neemt hij onmiddellijk de leiding. Hij drilt je naar je plaats en als je maar één millimeter afwijkt, wordt hij woest. Niet dat ik dat doe, want ik lach me rot. Zo’n potsierlijk mannetje dat je met gemak omblaast, maakt meer kabaal dan alle dertig duizend agenten in Berlijn bij elkaar. Als ik de caravan afkoppel en de mover aanzet, wijst hij naar een plankje in het gras en vertelt dat daar ons caravanwiel op moet komen. Als dat gebeurd is blijkt de caravan zuiver waterpas te staan. Hij vertelt ook nog hoe de auto moet komen te staan en dan vertrekt hij.

Ik lig helemaal in een deuk van de lach en heb het er nu al uitstekend naar mijn zin. Als ik alles geïnstalleerd heb ga ik naar de receptie om ons in te schrijven. Een heel lieve vrouw vertelt ons alles wat we moeten weten als we naar Dresden willen. We kunnen met de regiobus naar de stad op een familiekaart van maar € 6,00. Gaan natuurlijk niet met de auto, kun je tegenwoordig toch nergens kwijt. Het vrouwtje geeft ook nog aan dat we maar even moeten waarschuwen als we ook maar iets nodig hebben. Ik vraag onmiddellijk om haar geld, maar dat had ze niet zo bedoeld.

Onze Nederlandse buurman had het niet zo op Her Fritz. Had een hekel aan luisteren en zeker naar een Duitser. Nu, heeft hij geweten. Heeft zijn caravan uiteindelijk toch neergezet zoals Fritzje het wilde, en stond nu bijna vlak tegen een hek aan. De man had geen airco op zijn caravan en zette dus gelijk alle ramen open. Alleen, het raam aan de hekkant kon maar op een kiertje. Aangezien bij bijna alle caravans de ramen alleen weer kunnen worden gesloten door ze eerst helemaal naar boven open te doen had hij dus een probleem.
Hij had de keuze om zijn caravan toch maar weer te verplaatsen of het hek slopen.

Dinsdag met de bus naar Dresden. In de bus de familiekaart gekocht. In Dresden is het te warm om veel te lopen. Dresden is een mooie stad die in de 2e wereldoorlog bijna geheel verwoest werd maar daarna weer vakkundig opgebouwd is, waar ze overigens nog lang niet klaar mee zijn. We wandelen toch nog een flink eind en krijgen op een gegeven moment honger en een ontzaglijke dorst.

Voor het eerst van mijn leven ben ik blij als we de Mac Donald zien. Na een hamburger en twee maal een beker cola van een halve liter kan ik er weer tegenaan. In de avond maken we ons op voor de voetbalwedstrijd tegen Frankrijk, als ik bemerk dat de buren hun tv buiten hebben staan. Op mijn vraag of ze weten waarom er voetbalstadions worden gebouwd hebben ze geen antwoord. Als ik dan uitleg dat ze gebouwd worden omdat het met veel mensen kijken altijd veel leuker is dan alleen, geven ze spontaan aan dat ik mijn stoel maar moet pakken en er bij moet komen zitten.

Enfin, binnen de kortste keren zit de halve camping daar en we genieten. Nederland wint nog ook. Woensdag gaan we naar de Sächsische Schweiz, een prachtig natuurgebied langs de Elbe en gaan nog even Tsjechië in. Als altijd staan er langs de grens Vietnamezen of mensen die er zo uitzien met kramen nepkwaliteit te verkopen. Nergens een prijs op en als je wilt kijken of kopen moet je ze eerst parkeergeld betalen. Doen we natuurlijk niet, en we keren maar weer om en gaan terug naar de camping.

Donderdag naar een camping tussen Göttingen en Kassel. Heerlijk daar. Kunnen voor weinig geld eten in het restaurantje en kijken tussen de Duitsers in hoe de Duitsers van de Kroaten verliezen. Vinden we uiteraard maar een beetje vervelend en we juichen en klappen dan ook niet te hard voor de Kroaten.
Vrijdag naar Göttingen. Het plaatsje is zeer de moeite waard. Een universiteitsstadje, waar de helft van alle inwoners student is. Genieten van de sfeer die daar hangt en gaan daarna ook nog even naar Kassel. Net als de vorige keer dat we daar waren vinden we Kassel maar een saaie stad.

In de 2e wereldoorlog was Kassel een belangrijke stad binnen de wapenindustrie, en dat schijnen de geallieerden ook te hebben geweten. Kassel werd praktisch met de grond gelijk gemaakt en de Duitsers hebben die stad in de jaren vijftig stijl weer opgebouwd. Saai en nietszeggend.

Op zaterdag nemen we rust en een internetaansluiting en zien dat de Heren van 1 zich naar de tweede klasse hebben geknokt. Zoals op alles nemen we daar een borrel op. Zondag gaan we door naar Groenlo. Daar aangekomen schrikken we ons te pletter. We hadden verwacht een mooie rustige camping aan te treffen, zit hij vol met alle jankende en schreeuwende kinderen die ergens in Nederland een weekje vakantie hadden gekregen. We kijken elkaar aan, draaien ons om en gaan naar camping de Twee bruggen in Winterswijk. Komen daar al heel veel jaren en zijn er als kind aan huis. Daar vinden we een rustig plekje op een camping vol idiote Hollanders die alles oranje versierd hebben.

Op maandag blijkt het gewoon een rustige camping en zijn de meeste mensen naar huis. We staan dicht bij Obelink, voor kampeerders een heel grote naam en gaan maandag kijken voor een nieuwe luifel. Een handig ding dat stevig is, aan de caravan kan blijven zitten in de rail tijdens het rijden en er eenvoudig weer af te halen is. We willen geen vaste aan de caravan gemonteerd aangezien we dan de gewone voortent en de wintertent niet meer kunnen gebruiken.

Bij Obelink aangekomen lopen we uiteraard bijna meteen de familie van der Schraaf tegen het lijf. Praten even wat bij, en kopen daarna de luifel en nog wat dingetjes, waarna we terug gaan naar de caravan en de luifel monteren. Zijn er heel tevreden mee, maar willen toch nog een zijwandje om de wind buiten te houden. Halen we in de middag op. We genieten nog steeds van prachtig weer en besluiten er nog een dagje aan te plakken. Zijn ze op de receptie best blij mee.

Dinsdag luieren, nog wat boodschapjes gehaald en verder van de zon genieten. Zien ‘s avonds Nederland A, B en C van de Roemenen winnen en het toernooi kan niet meer stuk. Op woensdag gaan we weer naar huis en daar geeft de teller 125.880 km aan. We hebben dus 5.780 km gereden en zijn eigenlijk altijd maar een goede dagreis van huis geweest. Vinden we best knap, toch?

Ton en Riekie

Dit bericht is geplaatst op 24 juni 2008 om 20:16 in de categorie van Ton.
Je kunt reacties op dit bericht volgen via de RSS 2.0 feed.
Je kunt naar het eind van dit bericht gaan en een reactie schrijven.
Pingen is momenteel niet toegestaan.

Schrijf een reactie