Hoera, een zoon! Met blijdschap geven wij kennis van de geboorte van een zoon. De bevalling zal plaatsvinden op vrijdag 30 september a.s. om 12:00 uur in het stadhuis van Delft. Het hummeltje zal op de dag van zijn geboorte negenentwintig jaar oud zijn, rond de vijf en tachtig kilo wegen en ongeveer 1.83 m lang zijn.
De opvoeding ervan denken wij uit te besteden aan onze jongste dochter Nathalie, oud lid van onze mooie club, aangezien dat voor mijn vrouw en mij niet meer op te brengen is. Bovendien verwacht ik dat hij bier zal gaan drinken en zou het ook financieel een te zware belasting voor ons worden.
Dat was het goede nieuws. Maar, vreugde en verdriet wisselen elkaar soms heel snel af. En helaas ditmaal ook minder goed nieuws.
Met diepe droefheid geven wij kennis van het verscheiden van één onzer beste huisvrien-den. De laatste acht jaar was hij zelfs niet uit ons gezin weg te denken. Mijn vrouw en ik zijn er stuk van. Diep stuk. Natuurlijk, de dood komt vaak onverwachts, maar toch, het overvalt je als het dan zo plots gebeurt. Zo helemaal opeens.
Fatsoenlijk afscheid nemen was ons zelfs niet gegund. Krijg hem maar niet uit mijn gedachten. Hebben er slapeloze nachten van. Vele uren konden mijn vriend en ik bijeenzijn zonder ook maar één woord te wisselen. Was ook niet nodig, we begrepen elkaar zo wel. Als hij zijn grote rustige ogen naar mij opsloeg, wist ik precies wat hij bedoelde. We hadden een band die verder ging dan een standaardband. Één vragende blik van hem, en ik stond al rechtop om zijn verzoek in te willigen. En toch, ondanks die diepgaande verstandhouding, bleef er eigenlijk ook altijd die afstand.
Natuurlijk, ik weet ook wel, iedereen met een beetje geluk heeft tenminste één vriend. Meer is niet nodig. Één vriend, één echte vriend om samen te kunnen delen. Goede en minder goede dingen. Die je kunt bellen als je hem nodig hebt, al heb ik dat gelukkig nooit hoeven doen. Aan wie je alles kwijt kunt wat een mens maar dwars kan zitten. Maar ook de vreugde over al het moois in de wereld dat naar je toe komt als je het wilt zien.
Luisteren, kon hij geweldig. Liet je ook altijd uitpraten en hoefde nooit zonodig daarna zijn mening te geven. Toch, toch heeft een ieder een beetje eigen ruimte nodig. Mijn vriend vooral. Had zijn eigen ruimte nodig, niet al teveel, maar wel wat ruimte voor zichzelf. Denk ook dat dát het belangrijkste was in onze relatie. Elkaar een eigen ruimte gunnen, waar je buiten bleef.
Dat kleine beetje eigen ruimte overigens voorkwam dat ik wist dat het niet zo goed meer met hem ging. Hoefde ik niet te weten denk ik, wilde hij me niet lastig mee vallen. Vond dat het zijn probleem was, en, natuurlijk, hij was ook nooit zo’n grote prater. Vooral niet over zichzelf. Jan, Jantje. Denk dat ik nooit meer zo’n goede, fijne, goudeerlijke goudvis zal vinden.
Ton
